BESLUIT ZONDER VISUM VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

Zitting van maandag 25 september 2023

 

 

Aanwezig: Bart Van Couwenberghe (burgemeester); Anke Dehuisser (algemeen directeur); Wim Bollaert, Gerda Lambrecht, Koenraad Volckaerts en Els Pauwels (schepenen);

 

 

OMV 2023/1 - Albrecht Rodenbachstraat 29/31 - verkaveling - vergunning

 

Het college van burgemeester en schepenen, in geheime zitting,

 

Juridische achtergrond

Artikel 56, §2, 7° van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is over de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect.

 

Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, verplicht elke vergunningverlenende overheid ertoe om de potentieel schadelijke effecten van de voorgenomen werken op het watersysteem te onderzoeken.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 (BS 20 augustus 2009), en latere wijzigingen, hierna genoemd de VCRO en latere wijzigingsdecreten.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) + bijlagen en latere wijzigingen; 

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene milieuvoorwaarden (VLAREM III) voor GPBV-installaties en latere wijzigingen;

 

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Paul Vermeiren namens Kerkfabriek Sint-Jozef (VL - Hove) OI gevestigd te Albrecht Rodenbachstraat 33 te 2540 Hove, werd per beveiligde zending verzonden op 17 januari 2023. Deze aanvraag werd ontvangen op 17 januari 2023 en vervolledigd op 12 februari 2023.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 14 juni 2023.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen , kadastraal bekend: afdeling 1 sectie B nrs. 16A7 en 16X6.

 

Het betreft een aanvraag tot het verkavelingsaanvraag voor 2 loten voor gekoppelde bebouwing.

 

De aanvraag omvat:

         Het verkavelen van gronden.

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Historiek

  • Op 03/10/2005 werd een stedenbouwkundige vergunning (2005/91) voor plaatsen van een fietsenstalling afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 21/10/1985 werd een stedenbouwkundige vergunning (1985/110) voor plaatsing van een tuinhuisje afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 07/09/1981 werd een stedenbouwkundige vergunning (1981/21) voor plaatsen van een piloon voor weerkundige metingen afgeleverd door stedenbouw.

 

Adviezen

Mobiliteitsambtenaar: geen tijdig advies verleend

Milieudienst: geen tijdig advies verleend

Technische Uitvoeringsdienst: geen tijdig advies verleend

Ministerie van Landsverdediging dd. 2 augustus 2023: voorwaardelijk gunstig
Telenet dd. 14 juni 2023: gunstig
Proximus dd. 9 augustus 2023: geen advies
Aquafin dd. 7 juli 2023: voorwaardelijk gunstig
Fluvius dd. 26 juni 2023: voorwaardelijk gunstig
Water-link: geen tijdig advies verleend

Gemeentelijk omgevingsambtenaar dd. 18 september 2023: voorwaardelijk gunstig

 

Argumentatie

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Voorliggende aanvraag omvat het verkavelen van een grond in drie kavels. Aan de kant van de voorliggende weg worden twee nieuwe kavels ingetekend voor gekoppelde bebouwing. Het gedeelte achter deze twee kavels, in de bestaande toestand ingericht als parking van de kerk, wordt buiten de verkaveling gesloten.

Het voorliggende verkavelingsplan voorziet twee kavels met elk een breedte van 12 meter en een perceeldiepte van 26 meter. De voorgevelbouwlijn wordt voorzien op 5 meter achter de rooilijn. Het verkavelingsplan voorziet een bebouwbare zone met een breedte van maximaal 9 meter, een bouwdiepte van 9 meter voor het hoofdvolume met daar achter een strook voor aangebouwd bijgebouw van 2 meter diepte op de volledige bouwbreedte. Er blijft een constructievrije achtertuin met een diepte van 10 meter.

Lot 1 is voorzien voor een woning in halfopen bebouwing met vrije rechter gevel, een bouwvrije zijtuinstrook van 3 meter breed. Op 9 meter achter de rooilijn is een zone ingetekend voor de bouw van een carport met maximale bebouwbare oppervlakte van 3 meter breedt en 6,50 meter diep.

Lot 2 is voorzien voor een woning in halfopen bebouwing met vrije linker gevel, een bouwvrije zijtuinstrook van 3 meter breed. Op 8,96 meter achter de rooilijn bestaat een zone voor de bouw van een garage met maximale bebouwbare oppervlakte van 3 meter breedt en 6,50 meter diep.

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving

De voorliggende aanvraag betreft een perceel gelegen langs de Albrecht Rodenbachstraat, een woonstraat gelegen in de vredewijk, ten westen van de spoorlijn, tussen de Vredestraat en de Jan Frans Gellyncklaan. De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk eengezinswoningen in halfopen verband met voortuintjes van ongeveer 5 meter. Bij een groot deel van de woningen bestaan aan de kant van de vrije zijgevels ter hoogte van de perceelsgrens twee per twee gekoppelde garages.

Het betreffende perceel heeft een oppervlakte van 2833 m². Aan de kant van de Albrecht Rodenbachstraat heeft het perceel een breedte van 30,65 meter over een diepte van 26 meter. Langs de rechter zijdelingse perceelgrens bestaat een privatieve toegangsweg, aangelegd in asfaltverharding met aan de rechterzijde een voetpad in klinker verharding. Deze toegangsweg heeft vooraan aan de straat een breedte van 6,65 meter en op 26 meter achter de rooilijn een breedte van 6,32 meter. Halverwege de inrit bestaat een hoogtebegrenzer. Dit is een metalen constructie met rechts en links van de weg een stalen kolom en een vakwerk structuur die de volledige breedte van de inrit overspant, voorzien van een plakaat met daarop ‘Privaat domein’ en een vermelding van de hoogtebeperking. 

Het deel links van deze toegangsweg is in de bestaande toestand een gazon en rondomrond afgesloten met paal en draad afsluiting. Langs de voorste perceelgrens staat een beukenhaag voor de afsluiting. Ter hoogte van de linker perceelgrens bestaat een garage. Deze garage is een gemetste constuctie met plat dak, gekoppeld aan de garage op het links aanpalende perceel. De garage heeft een breedte van 3,27 meter en een diepte van 6,48 meter. Achter de garage staat een metalen berghok en een schotel antenne op een vloerplaat met breedte van 5,70 meter en 2,70 meter. Links naast de inrit staat een houten berging met een breedte van 6,18 en een diepte van 3,16 meter. 

Verder achteruit heeft het perceel een driehoekige vorm. Dit deel van het perceel is grotendeels verhard met asfalt en is ingericht als parking. De parking is langs de zuidzijde en de westzijde afgeboord met een groenstrook waarin een aantal hoogstam loofbomen staan. Aan de rechter en de linker zijde wordt het perceel begrensd door achtertuinen van de woningen langs de Albrecht Rodenbachstraat, de Jozef Mattheessensstraat en de Jan Frans Gellyncklaan. Aan de noordzijde wordt het perceel begrensd door een kerkgebouw. Een luifel gebouwd tegen de zuidgevel van de kerk kraagt gedeeltelijk over het betreffende perceel. Het perceel loopt rechts achter in een punt, gelegen op ongeveer 83 meter achter de voorste perceelgrens.

 

Planologische ligging

Ligging volgens de plannen

De aanvraag is gelegen in het bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979 origineel gewestplan Antwerpen met bestemming woongebied.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

Overeenstemming met de plannen

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van het geldende gewestplan.

 

Het gevraagde is volgens het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979, gelegen in woongebied.

 

Volgende voorschriften zijn van toepassing:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare  nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van het geldende gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

 

Het project is volgens het Gewestelijk RUP ‘Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’, goedgekeurd op 19 juni 2009, gelegen binnen de afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

 

Volgende relevante stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing:

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

 

Het perceel valt niet binnen een deelgebied waarvoor bestemmingsvoorschriften zijn vastgesteld. De gewestplanbestemming is van toepassing.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA of gemeentelijk RUP, noch binnen de omschrijving van een vergunde en niet vervallen verkaveling. De aanvraag wordt als volgt getoetst aan de voorschriften van het gewestplan en de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede ruimtelijke ordening ter plaatse.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de gebiedsbestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Er werden tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Andere zoneringsgegevens

Het perceel is niet getroffen door de rooilijn 'Frans Gellyncklaan van rond punt tem nrs 281 en 294/ Rodenbachstraat/ Jozef Mattheessensstraat' goedgekeurd bij K.B. dd. 18/03/1963.

Volgens voornoemd rooilijnplan bevindt de voorgestelde nieuwe rooilijn zich op 6,00 m uit de as van de weg. Bijgevolg dienen de ondergrondse constructies ingeplant te worden op minimum 6,00 m uit de as van de weg.

 

Uitgeruste weg

In toepassing op de artikelen 4.3.5 tot en met 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat de Albrecht Rodenbachstraat 29/31 een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd openbaar gemaakt  van 24 juni 2023 tot 23 juli 2023.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Inhoudelijke beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling, als uitvoering van art. 1.1.4 van de codex gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met het oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen, houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De voorgestelde verkaveling is inpasbaar in de bebouwde omgeving. De bestemming van de nieuw te bebouwen kavels is wonen.

 

Mobiliteitsimpact

De mobiliteitsimpact van 2 bijkomende woningen heeft geen vergaande impact op de mobiliteit en kan aanvaard worden.  Er wordt voorzien in minstens 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein.

 

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De voorgestelde schaal van bebouwing is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Het ruimtegebruik en de bouwdichtheid is in overeenstemming met woongebied en met de directe omgeving.

 

Visueel vormelijke elementen

Het voorgestelde gabarit is een algemeen gangbaar bouwprofiel voor woningen in Hove. De verkavelingsvoorschriften staan garant voor een ruimtelijk en architecturaal kwalitatieve bebouwing.

 

Schaal

De bebouwing die door deze verkaveling mogelijk wordt blijft in verhouding tot de schaal van de bebouwing in de omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gelegen in de nabijheid of het gezichtsveld van een beschermd monument.

 

Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd.

 

Andere hinderaspecten m.b.t. leefmilieu, gebruiksgenot, gezondheid en veiligheid in het algemeen:

De aanvraag bevat geen elementen waarvan kan verwacht worden dat ze enige invloed hebben op het gebruiksgenot, de gezondheid en veiligheid in het algemeen.

 

Bespreking adviezen

Aquafin heeft in haar voorwaardelijk gunstig advies van 07/07/2023 onder kenmerk P23006134 het concept van de riolering, de hydraulische dimensionering en de hydrausiche structuren onderzocht. De voorwaarden opgenomen in de conclusie van het advies dienen stipt te worden nageleefd.

 

Fluvius heeft in haar voorwaardelijk gunstig advies van 26/06/2023 onder kenmerk 5000039477 een advies opgemaakt onder de vorm van een offerte voor de opmaak van een studie voor de uitrusting van het betreffende project. De loten mogen pas worden verkocht wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door De heer Paul Vermeiren werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen met betrekking tot deze offerte vereffend zijn.

Het ingewonnen advies dient te worden nageleefd.

 

Ministerie van Landsverdediging heeft in haar advies van 2/08/2023 onder dossierkenmerk SSH-2023-L03-0023 meegedeeld dat ‘Wanneer strikt voldaan wordt aan de hiervoor en hierna gestelde voorwaarden, inclusief de supplementaire voorwaarden en indien uitgevoerd volgens aangeleverde plannen, geeft Defensie een positief advies.’

Het ingewonnen advies en de gestelde voorwarden dienen strikt nageleefd te worden.

 

Proximus verleent op 09/08/2023 zonder kenmerk ren gunstig advies. ‘Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.’ Het ingewonnen advies dient te worden nageleefd.

 

Telenet verleent op 14/06/2023 onder kenmerk 25121129 een gunstig advies. De nodige infrastructuur is reeds op openbaar domein is al aanwezig en er dient geen uitbreiding van het Telenet netwerk te gebeuren. Het ingewonnen advies dient te worden nageleefd.

 

Water-link heeft geen advies verleend.

 

Conclusie gemeentelijk omgevingsambtenaar

Op basis van de bovenvermelde motivering wordt de aanvraag voorwaardelijk gunstig geadviseerd  mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

  1. Lot 3, zijnde de bestaande parkeerzone bij de kerk, eveneens gebruikt voor de aangrenzende lagere school en volkssterrewacht wordt uit de verkaveling gesloten. De inrichting als parking is een historisch gegroeide situatie die niet voldoet aan de huidige inzichten van goede ruimtelijke ordening, integraal waterbeleid en noodzakelijke maatregelen ten bate van klimaatadaptatie en het voorkomen van hittevorming. Een overleg met het gemeentebestuur en de andere medegebruikers omtrent de aanpassing van de inrichting dient opgestart te worden de verkoop van de kavels.
  2. De voorgestelde voorschriften gevoegd bij de omgevingsaanvraag werden gewijzigd. Bijgevolg zijn uitsluitend de aangepaste verkavelingsvoorschriften, gekoppeld aan deze beslissing, van toepassing.
  3. Er moet worden voorzien in minstens 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein.
  4. De ingewonnen adviezen van Aquafin, Fluvius, Ministerie van Landsverdediging, Proximus en Telenet dienen te worden nageleefd.

 

Conclusie college van burgemeester en schepenen

Het college sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit zich eigen.

 

BESLUIT: 

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen levert de voorwaardelijke vergunning af voor het verkavelingsaanvraag voor 2 loten voor gekoppelde bebouwing.

 

Artikel 2

Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

 

Stedenbouwkundige voorwaarden:

  1. Lot 3, zijnde de bestaande parkeerzone bij de kerk, eveneens gebruikt voor de aangrenzende lagere school en volkssterrewacht wordt uit de verkaveling gesloten. De inrichting als parking is een historisch gegroeide situatie die niet voldoet aan de huidige inzichten van goede ruimtelijke ordening, integraal waterbeleid en noodzakelijke maatregelen ten bate van klimaatadaptatie en het voorkomen van hittevorming. Een overleg met het gemeentebestuur en de andere medegebruikers omtrent de aanpassing van de inrichting dient opgestart te worden voor de verkoop van de kavels.
  2. De voorgestelde voorschriften gevoegd bij de omgevingsaanvraag werden gewijzigd. Bijgevolg zijn uitsluitend de aangepaste verkavelingsvoorschriften, gekoppeld aan deze beslissing, van toepassing.
  3. Er moet worden voorzien in minstens 1 parkeerplaats per woning op eigen terrein.
  4. De ingewonnen adviezen van Aquafin, Fluvius, Ministerie van Landsverdediging, Proximus en Telenet dienen te worden nageleefd.

 

Algemene voorwaarden

 

  1. binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen de 'bekendmaking' gedurende een periode van dertig dagen aan te plakken op de plaats waarop deze vergunning betrekking heeft, duidelijk zichtbaar en leesbaar vanaf de openbare weg; indien het niet mogelijk is op de plaats zelf de bekendmaking duidelijk zichtbaar en leesbaar uit te hangen, moet ze worden uitgehangen op een goed zichtbare plaats in de onmiddellijke omgeving van de plaats waarop de vergunning betrekking heeft;
  2. onmiddellijk na aanplakking van de bekendmaking dient u de datum van aanplakking in te voeren in het omgevingsloket.  De dag na de aanplakking start de beroepstermijn;
  3. van een omgevingsvergunning mag pas gebruik gemaakt worden als u niet binnen de vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking op de hoogte werd gebracht dat er een beroep werd aangetekend tegen de beslissing;
  4. vooraleer de kavels te koop te stellen of te verkopen staat de verkavelaar op zijn kosten in voor de eventuele ontbrekende aanvoerleidingen van alle nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, gas, telefoon, TV en internet) naar zijn verkaveling om het lot aansluitbaar te maken (niet de aansluiting zelf).
  5. De verkavelaar heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributienetbeheerder Fluvius voor elektriciteit en aardgas strikt na te leven.

 

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.