BESLUIT ZONDER VISUM VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

Zitting van maandag 17 november 2025

 

 

Aanwezig: Thierry Lens (burgemeester);Bart Van Couwenberghe, Dave Van den Bergh, Lenn De Cleene, Sofie Lemmens (Schepenen);Rob Van den Audenaerde (Waarnemend algemeen directeur);

Verontschuldigd: Anke Dehuisser (algemeen directeur);

 

 

OMV 2025/85 - Magdalena Vermeeschlaan 6 - vergunning

 

Het college van burgemeester en schepenen, in geheime zitting,

 

Juridische achtergrond

Artikel 56, §2, 7° van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is over de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect.

 

Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, verplicht elke vergunningverlenende overheid ertoe om de potentieel schadelijke effecten van de voorgenomen werken op het watersysteem te onderzoeken.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 (BS 20 augustus 2009), en latere wijzigingen, hierna genoemd de VCRO en latere wijzigingsdecreten.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) + bijlagen en latere wijzigingen; 

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene milieuvoorwaarden (VLAREM III) voor GPBV-installaties en latere wijzigingen;

 

Besluit van de gemeenteraad van 25 juni 2012 betreft de verordening rond het kappen van bomen.

 

Feiten en context

De aanvraag ingediend door Bart Rombouts met als contactadres Magdalena Vermeeschlaan 6 Magdalena Vermeeschl te 2540 Hove, werd per beveiligde zending verzonden op 1 juli 2025. Deze aanvraag werd ontvangen op 1 juli 2025 en vervolledigd op 28 juli 2025.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 18 augustus 2025.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Magdalena Vermeeschlaan 6, kadastraal bekend: afdeling 1 sectie B nr. 267L.

 

Het betreft een aanvraag tot het aanleggen van een zwembad.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Historiek

  • Op 18/01/2016 werd een stedenbouwkundige vergunning (2015/70) voor aanleggen van een zwembad en plaatsen van een houten schuifpoort (niet uitgevoerd) afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 16/02/2015 werd een stedenbouwkundige vergunning (2014/80) voor regulariseren van het overdekt terras afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 24/06/2013 werd een stedenbouwkundige vergunning (2013/20) voor bouwen van een garage afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 13/02/2012 werd een stedenbouwkundige vergunning (2011/69) voor bouwen van een woning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 08/08/1977 werd een stedenbouwkundige vergunning (1977/58) voor overdekt terras afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 02/04/1973 werd een stedenbouwkundige vergunning (1973/4) voor bouwen van een woonhuis afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 15/12/1969 werd een verkavelingsvergunning (1966/6) nieuwe verkaveling afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

Agentschap Natuur en Bos Antwerpen: geen tijdig advies verleend

Gemeentelijk omgevingsambtenaar dd. 4 november 2025: voorwaardelijk gunstig

 

Argumentatie

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag heeft betrekking op het plaatsen van een zwembad in de achtertuin.

Het nieuwe zwembad heeft een breedte van 3.50 meter en een lengte van 9 meter en wordt ingeplant op 3.50 meter van de linker perceelsgrens. Rondom het zwembad wordt een boordsteen aangelegd in gevlamde natuursteen graniet met een dikte van 3 cm en een breedte van 40 cm. Het zwembad inclusief boordsteen heeft een totale breedte van 4.30 meter en een lengte van 9.80 meter.

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving

De Magdalena Vermeeschlaan is een oost-west georiënteerde woonstraat ten zuiden van het gemeentelijk park. Langs de straat komen enkel vrijstaande eengezinswoningen voor. De kavels die palen aan het gemeentelijk park hebben een gemiddelde grootte van ongeveer 1900 m². De andere kavels hebben een gemiddelde grootte van 900 tot 1000 m². De overwegende bouwstijl is een landelijke stijl met één of twee bouwlagen en een zadeldak.

 

Toetsing aan de voorschriften

Het gevraagde is volgens het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979, gelegen in woongebied.

Volgende voorschriften zijn van toepassing:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare  nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van het geldende gewestplan.

 

Het project is volgens het Gewestelijk RUP ‘Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’, goedgekeurd op 19 juni 2009, gelegen binnen de afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

Volgende relevante stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing:

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

 

Het perceel valt niet binnen een deelgebied waarvoor bestemmingsvoorschriften zijn vastgesteld. De gewestplanbestemming is van toepassing.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA of gemeentelijk RUP, maar wel binnen de omschrijving van een vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het project is gelegen binnen de goedgekeurde verkaveling nr. 1966/6 goedgekeurd in zitting van 15/12/1969, gekend als lot 30. 

 

Het ontwerp voldoet in grote lijnen aan de verkavelingsvoorschriften, maar wijkt af wat betreft de inplanting. Het zwembad wordt voorzien in de bouwvrije strook voor binnenplaatsen en tuinen. Binnen de 10 meter, gemeten vanaf de strook voor hoofdgebouwen en aanhorigheden zijn, behoudens op- en afritten, alle constructies verboden.

 

De verkavelingsvoorschriften van een verkaveling ouder dan 15 jaar vormen niet langer een weigeringsgrond bij aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen.

Dit betekent concreet dat er geen afwijking moet gevraagd worden van deze voorschriften, noch dat deze verkaveling bijgesteld moet worden. Wel dat men een omgevingsvergunning vraagt die weliswaar afwijkt van de nog bestaande verkaveling, maar het aangevraagde mag niet geweigerd worden louter omdat ze van de verkavelingsvoorschriften afwijkt.

 

Dit impliceert dat een toepassing van artikel 4.4.1, §1 VCRO niet meer nodig is, indien de oude verkavelingsvoorschriften in de eerste plaats al buiten toepassing worden gelaten. Ze vormen immers geen weigeringsgrond meer waarvan moet worden afgeweken.

 

De aanvraag wordt dan ook beoordeeld op basis van de algemene principes van goede ruimtelijke ordening.

 

Rooilijn

Het perceel ligt in het rooilijnplan 'Den Blommaert / Diependaele / Lege Veldkant / Magadalena Vermeeschlaan / Pieter Potlaan / Wannickhove en Bollebeke', K.B. 23/3/1967. Het ontwerp wordt niet getroffen door de rooilijn.

 

Uitgeruste weg

In toepassing op de artikelen 4.3.5 tot en met 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) kan gesteld worden dat de Magdalena Vermeeschlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

Riolering

De richtlijnen inzake aansluiting op de riolering en IBA-beheer kunnen worden bekomen bij Water-link (www.water-link.be of 078/35.35.09).

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Aangezien de betreffende omgevingsvergunning zich situeert in een gebied met bestaande riolering die reeds is aangesloten op een zuiveringsinstallatie, dient het zwart water van de betreffende constructie via een septische put met Benor-certificaat te worden aangesloten op de bestaande riolering.

 

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd openbaar gemaakt  van 28 augustus 2025 tot 26 september 2025.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Watertoets

Het voorliggende project ligt niet in risicozones van overstroming of in overstromingsgevoelige gebieden. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de constructie geen bijkomende hinder zal veroorzaken op voorwaarde dat het hemelwater van de gevraagde verhardingen op een natuurlijke wijze kan afwateren naar de aangrenzende groenzones of kan infiltreren in eigen bodem.

 

Het ontwerp voorzien een aansluiting van de overloop op de riolering.

Er is voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige hemelwaterverordening mits voldaan aan de opgelegde voorwaarde. Het filtersysteem bij chemische behandeling van het zwembad dient steeds aangesloten te worden op de DWA-leiding. Voor het ledigen van het zwembad dient navraag gedaan te worden bij de betreffende rioolbeheerder of dit op RWA of DWA dient te gebeuren.

 

Project-MER

Het project komt niet voor op de lijsten gevoegd als bijlage I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (en latere wijzigingen) houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Er dient derhalve geen project-milieueffectrapportage noch een project-milieueffectrapportage-screeningsnota te worden opgesteld voor de aanvraag.

 

Inhoudelijke beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling, als uitvoering van art. 1.1.4 van de codex gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen, houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het aanleggen van een zwembad bij een woning. De woonfunctie blijft behouden. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

De voorliggende aanvraag wijzigt niets aan de parkeerbehoefte van de eengezinswoning. De bestaande vergunde bewoonbare oppervlakte blijft behouden.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het zwembad is gelegen binnen een afstand van 30 meter van de woning, volledig binnen woongebied. De plaatsing van een zwembad behoort tot de normale inrichting van een tuin. Er blijft ruim voldoende onverharde en groene tuinzone aanwezig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen behoren tot gangbare en eigentijdse afwerking van een zwembad.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument of een goed dat voorkomt op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De plaats van de aanvraag is evenmin gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Een archeologienota (zoals vermeld in art. 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013) is niet vereist, omdat de aanvraag voldoet aan de voorwaarden die het decreet heeft bepaald.

 

Bodemreliëf

Er wordt geen aanpassing aan het bodemreliëf voorgesteld.

 

Andere hinderaspecten inzake gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag bevat geen elementen waarvan kan verwacht worden dat ze enige invloed op de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen kunnen hebben.

 

Conclusie gemeentelijk omgevingsambtenaar

Op basis van de bovenvermelde motivering wordt de aanvraag voorwaardelijk gunstig geadviseerd  mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

De volgende richtlijnen, indien van toepassing, voor de aanleg van een zwembad dienen nageleefd te worden:

        Het spoelwater van chemische filters en hydrolysesystemen dient aangesloten te worden op de afvalwaterafvoer;

        Het spoelwater van biologische filters dient te worden aangesloten op de regenwaterafvoer naar een (open) infiltratievoorziening;

        De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de regenwaterafvoer, aangezien deze overlopen bij regenwater veelvuldig zullen werken. Deze overloop dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. Indien deze in 1 keer geledigd wordt, dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden.

        De chloordosering wordt een 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld.

 

Indien voor het uitvoeren van de werken een bronbemaling nodig blijkt, mag de uitvoering van de werken pas starten nadat de vereiste vergunning of aktename daarvoor is verkregen.

 

Deze vergunning doet uitsluitend uitspraak over de expliciet aangevraagde werkzaamheden. Er wordt dus expliciet geen uitspraak gedaan over het vergunde of vergund geachte karakter van eventuele andere constructies die voorkomen op de plannenset, doch geen voorwerp uitmaken van de aanvraag.

 

Conclusie college van burgemeester en schepenen

Het college sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit zich eigen.

 

BESLUIT: 

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen levert de voorwaardelijke omgevingsvergunning af voor het aanleggen van een zwembad.

 

Artikel 2

Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

De volgende richtlijnen, indien van toepassing, voor de aanleg van een zwembad dienen nageleefd te worden:

        Het spoelwater van chemische filters en hydrolysesystemen dient aangesloten te worden op de afvalwaterafvoer;

        Het spoelwater van biologische filters dient te worden aangesloten op de regenwaterafvoer naar een (open) infiltratievoorziening;

        De overloop van een buitenzwembad dient aangesloten te worden op de regenwaterafvoer, aangezien deze overlopen bij regenwater veelvuldig zullen werken. Deze overloop dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. Indien deze in 1 keer geledigd wordt, dient de infiltratievoorziening hierop berekend te worden.

        De chloordosering wordt een 14 dagen voor de lediging uitgeschakeld.

 

Algemene voorwaarden

  1. binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen de 'bekendmaking' gedurende een periode van dertig dagen aan te plakken op de plaats waarop deze vergunning betrekking heeft, duidelijk zichtbaar en leesbaar vanaf de openbare weg; indien het niet mogelijk is op de plaats zelf de bekendmaking duidelijk zichtbaar en leesbaar uit te hangen, moet ze worden uitgehangen op een goed zichtbare plaats in de onmiddellijke omgeving van de plaats waarop de vergunning betrekking heeft; de gele affiche 'bekendmaking beslissing' wordt aangetekend verzonden
  2. onmiddellijk na aanplakking van de bekendmaking dient u de datum van aanplakking in te voeren in het omgevingsloket.  De dag na de aanplakking start de beroepstermijn;
  3. van een omgevingsvergunning mag pas gebruik gemaakt worden als u niet binnen de vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking op de hoogte werd gebracht dat er een beroep werd aangetekend tegen de beslissing;
  4. pas na de laatste dag van aanplakking kan u 'de start van de werken' ingeven in het omgevingsloket;
  5. alvorens de bouwwerken aan te vatten een waarborgsom van 400,00 EUR te storten in de gemeentekas door overschrijving op rekening nr. BE17 0910 0009 6221 met vermelding van het nummer van uw vergunning ; bij niet-betaling van deze waarborg zullen de herstellingskosten van eventuele schade, vastgesteld na het beëindigen van de werken, verhaald worden op de bouwheer;
  6. indien voor het uitvoeren van de werken een bronbemaling nodig blijkt, mag de uitvoering van de werken pas starten nadat de vereiste vergunning of aktename daarvoor is verkregen.
  7. deze vergunning doet uitsluitend uitspraak over de expliciet aangevraagde werkzaamheden. Er wordt dus expliciet geen uitspraak gedaan over het vergunde of vergund geachte karakter van eventuele andere constructies die voorkomen op de plannenset, doch geen voorwerp uitmaken van de aanvraag.
  8. de uitvoeringsvoorwaarden gesteld in de bijlage nr.1 en 2 aan dit besluit stipt na te leven;

 

Deze beslissing stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

 

 

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

 

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

 

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.

 

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

 

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

 

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

 

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



 

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.