BESLUIT ZONDER VISUM VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

Zitting van maandag 24 november 2025

 

 

Aanwezig: Thierry Lens (burgemeester);Bart Van Couwenberghe, Dave Van den Bergh, Lenn De Cleene, Sofie Lemmens (Schepenen);Anke Dehuisser (algemeen directeur);

 

 

OMV 2025/113 - Mechelsesteenweg 135 - weigering

 

Het college van burgemeester en schepenen, in geheime zitting,

 

Juridische achtergrond

Artikel 56, §2, 7° van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is over de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect.

 

Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, verplicht elke vergunningverlenende overheid ertoe om de potentieel schadelijke effecten van de voorgenomen werken op het watersysteem te onderzoeken.

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 (BS 20 augustus 2009), en latere wijzigingen, hierna genoemd de VCRO en latere wijzigingsdecreten.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

 

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen;

 

Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) + bijlagen en latere wijzigingen; 

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en latere wijzigingen;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende bijkomende algemene milieuvoorwaarden (VLAREM III) voor GPBV-installaties en latere wijzigingen;

 

Besluit van de gemeenteraad van 25 juni 2012 betreft de verordening rond het kappen van bomen.

 

Feiten en context

De aanvraag ingediend door de heer en mevrouw Adam - Jardinet wonende Mechelsesteenweg 135 te 2540 Hove, werd per beveiligde zending verzonden op 14 september 2025. Deze aanvraag werd ontvangen op 14 september 2025.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 6 oktober 2025.

 

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Mechelsesteenweg 135, kadastraal bekend: afdeling 1 sectie A nr. 280X.

 

Het betreft een aanvraag tot het rooien van een tamme kastanje.

 

De aanvraag omvat:

        stedenbouwkundige handelingen

 

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

 

Historiek

  • Op 03/04/2023 werd een omgevingsvergunning (2023/16) voor melding plaatsing ligger en verwijderen dragende muur in akte genomen door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 20/01/1986 werd een stedenbouwkundige vergunning (1986/3) voor bouwen van een woning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Op 12/03/1981 werd een verkavelingsvergunning (1979/5) nieuwe verkaveling afgeleverd door de deputatie.
  • Op 06/09/1976 werd een verkavelingsvergunning (1976/2) nieuwe verkaveling geweigerd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Adviezen

Milieu dd. 6 oktober 2025: ongunstig (zie bijlage)

Agentschap Natuur en Bos Antwerpen dd. 7 oktober 2025: geen advies

Gemeentelijk omgevingsambtenaar dd. 9 oktober 2025: ongunstig

 

Argumentatie

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft rooien van een Tamme kastanje (Castanea sativa).

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving

Het pand gelegen aan de Mechelsesteenweg 135 betreft een vrijstaande ééngezinswoning van één bouwlaag onder een hellend dak. De woning is opgetrokken in traditionele bouwstijl en bevindt zich centraal op het perceel, dat wordt gekenmerkt door een uitgesproken groenkarakter.

 

Het perceel beschikt over een ruime voortuin met volwassen begroeiing en een achtertuin met overwegend natuurlijke vegetatie, waardoor het geheel een open en groen uitzicht behoudt. De eigendom grenst aan de achterzijde aan een binnengebied dat volgens het geldende gewestplan is ingekleurd als parkgebied.

 

De woning is toegankelijk vanaf de Mechelsesteenweg via een bestaande oprit en bevindt zich in een residentiële omgeving met hoofdzakelijk vrijstaande eengezinswoningen in het groen.

 

Toetsing aan de voorschriften

Het gevraagde is volgens het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979, gelegen in woongebied.

Volgende voorschriften zijn van toepassing:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare  nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van het geldende gewestplan.

 

Het project is volgens het Gewestelijk RUP ‘Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen’, goedgekeurd op 19 juni 2009, gelegen binnen de afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

Volgende relevante stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing:

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen. Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

 

Het perceel valt niet binnen een deelgebied waarvoor bestemmingsvoorschriften zijn vastgesteld. De gewestplanbestemming is van toepassing.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA of gemeentelijk RUP, noch binnen de omschrijving van een vergunde en niet vervallen verkaveling.

De aanvraag wordt als volgt getoetst aan de voorschriften van het gewestplan en de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede ruimtelijke ordening ter plaatse.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de gebiedsbestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Rooilijn

De woning wordt niet getroffen door de rooilijn van de Mechelsesteenweg, vastgelegd bij KB 26/03/1962.

 

Uitgeruste weg

In toepassing op de artikelen 4.3.5 tot en met 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) kan gesteld worden dat de Mechelsesteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is.

 

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd openbaar gemaakt  van 16 oktober 2025 tot 14 november 2025.

Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.

 

Watertoets

De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen e.d. is niet van toepassing op dit project.

 

Project-MER

Het project komt niet voor op de lijsten gevoegd als bijlage I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (en latere wijzigingen) houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Er dient derhalve geen project-milieueffectrapportage noch een project-milieueffectrapportage-screeningsnota te worden opgesteld voor de aanvraag.

 

Inhoudelijke beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Deze beoordeling, als uitvoering van art. 1.1.4 van de codex gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen, houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Er wordt geen functiewijziging doorgevoerd.

 

Mobiliteit

De aanvraag voorziet geen wijzigingen aan parkeren, fietsgebruik of autogebruik. 

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het gabarit en bouwvolume blijft ongewijzigd. Op het perceel worden geen bijkomende constructies, verhardingen en ruimte-inname voorzien.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag heeft betrekking op het rooien van een boom. Het advies van de gemeentelijk Milieudienst wordt bijgetreden. Het uitgebreide advies werd toegevoegd onder de rubriek “Beoordeling externe adviezen”.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag betreft geen beschermd monument, en is ook niet gelegen in de nabijheid of het gezichtsveld van een beschermd monument, dorpszicht of landschap. Het betreft geen klein landschaps- of groenelement dat is opgenomen in de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.

 

Het perceel grenst rechtstreeks aan twee erfgoedobjecten, met name Edegemsestraat 19 en 25. Deze maken deel uit van het beschermd stads- en dorpsgezicht “Twee herenhuizen met omgeving” (ID 1564), dat sinds 20 januari 1981 definitief beschermd is.

 

Het beschermingsbesluit motiveert deze bescherming als volgt:

“Het huis ‘Les Marronniers’ is evenals het herenhuis Edegemsestraat 21 (thans nr. 25) in een tuin gelegen. Beide zijn neoclassicistisch.”

 

Beide woningen zijn tevens opgenomen in de vastgestelde inventaris van het Onroerend Erfgoed als bouwkundig waardevolle elementen.

        Herenhuis Les Marronniers (ID 13180): vastgesteld van 24 september 2009 tot 29 maart 2019 en opnieuw vastgesteld sinds 29 maart 2019.

        Neoclassicistisch herenhuis (ID 14618): vastgesteld van 24 september 2009 tot 29 maart 2019 en opnieuw vastgesteld sinds 29 maart 2019.

 

Het rooien van de boom kan een mogelijke impact hebben op de erfgoedwaarde en de visuele samenhang van het beschermd stads- en dorpsgezicht.

 

Bodemreliëf

De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen.

 

Andere hinderaspecten inzake gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag bevat geen elementen waarvan kan verwacht worden dat ze enige invloed op de gezondheid, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen kunnen hebben.

 

Bespreking adviezen

Het Agentschap Natuur en Bos laat dd. 7 oktober 2025 per bericht weten geen advies uit te brengen;

 

De gemeentelijke milieudienst Hove bracht dd. 6 oktober 2025 een ongunstig advies uit. Het advies luidt als volgt:

 

[…]

 

Bespreking van de aanvraag

Het terrein bestaat uit een klassieke tuinaanleg met hoofdzakelijk gazon met enkele groenpartijen bestaande uit struikgewas.

 

Het terrein is ingetekend op de biologische waarderingskaart als ‘complex van biologische minder waardevolle en waardevolle elementen’.

 

De aanvrager motiveert als volgt:

 

Te rooien boomsoort: tamme kastanje

Omtrek op 1 meter hoogte: 3.6m

Reden van aanvraag rooivergunning: De boom levert aanzienlijke overlast en risico's op, oa. voor de kinderen die gebruik maken van de buitenruimte. Gedurende verschillende maanden vallen er kastanjes en stekelige bolsters op de grond. Dit zorgt voor:

* Letsel en gevaar: kinderen krijgen regelmatig splinters van de scherpe bolsters, wat voor hen heel pijnlijk is. Bovendien vallen de bolsters regelmatig uit de boom, waardoor de kinderen niet meer buiten durven spelen uit vrees dat ze op hun hoofd zullen vallen. 

* Beperkingen in de speelruimte: de boom staat in het midden van de tuin en is ook uitzonderlijk groot in verhouding tot de oppervlakte van onze tuin. Hij domineert zodanig de tuin dat er bijna geen enkel bolstervrij stukje tuin meer overblijft voor de kinderen om vrij te spelen. Voetballen bijvoorbeeld wordt onmogelijk: Ballen (en ander buitenspeelgoed) raken snel beschadigd door de scherpe bolsters. 

* Onveilige en onpraktische onderhoudssituatie: het opruimen van kastanjes en bolsters is enerzijds een pijnlijke taak door de scherpe bolsters en anderzijds een taak zonder einde door de enorme omvang van de boom. Het continu opruimen van kastanjes, bolsters, bladeren en takken vergt enorm veel tijd en geld, en verlicht het probleem nauwelijks.

* Schade en risico voor de woning: De dakgoten raken vaak verstopt door de grote hoeveelheid bladeren, met als gevolg wateroverlast en extra onderhoud.

Omdat alternatieve maatregelen (zoals intensief opruimen of het afzetten van delen van de tuin) niet toereikend zijn, zien wij geen andere oplossing dan het verwijderen van de boom. Wij hechten echter veel waarde aan een groene leefomgeving en zijn bereid om, in overleg met de gemeente, een meer geschikte en kindvriendelijke boomsoort op verdere afstand van het huis (meer aan de rand van ons perceel) terug te planten. 

In een grote parktuin zou een dergelijke kastanjeboom geen probleem vormen, maar in onze tuin is hij onhoudbaar geworden.

European Tree worker attest: er is geen European tree worker attest opgevraagd. De reden is de volgende: er zijn slechts een aantal bedrijven in België die dit kunnen uitschrijven. Wij hebben een offerte opgevraagd en de kost is significant (550 euro). De boom zelf is (voorlopig) in OK staat maar staat dicht bij de woning (ong 10 meter), veroorzaakt veel overlast en is buiten proportie van de tuin gegroeid.

 

Conclusie

De motivering van de aanvrager wordt niet bijgetreden. De vermeende overlast is eigen aan het wonen in een groene omgeving. Het perceel wordt reeds lange tijd gekenmerkt door haar uitgesproken groene karakter, waardoor de aanvrager zich bij de aankoop van de woning bewust moest zijn van deze omgevingskenmerken.

 

Het vallen van kastanjes en bolsters is een natuurlijk en tijdelijk fenomeen dat enkele weken per jaar voorkomt. Dit is geen structureel veiligheidsrisico. Splinters van bolsters zijn vervelend maar niet ernstig of levensbedreigend. Vergelijkbaar met rozenstruiken in een tuin, die evenmin een kapreden vormen.

 

De tuin is weliswaar beïnvloed door de boom, maar dit is geen reden voor kap. De boom staat hoofdzakelijk rechts ingeplant op het perceel. Aanpassing van de inrichting van de tuin (bv. speeltoestellen op een bolstervrije zone) biedt oplossingen zonder drastische ingreep. Een grote boom is hiernaast juist een kwaliteitsvolle groenvoorziening. Hij biedt schaduw en verkoeling in de zomermaanden.

 

Verder wordt opgemerkt dat blad- en vruchtval normale onderhoudstaken zijn die horen bij een volwassen boom. Dit argument kan niet gebruikt worden om een kap te rechtvaardigen. Elke boomsoort kent vormen van opruimwerk (bladeren, takken, vruchten).

 

Het verstoppen van dakgoten door bladval zijn een normaal verschijnsel bij woningen in een boomrijke omgeving. Eenvoudige preventieve maatregelen (dakgootbeschermers, regelmatige reiniging, bladvangers) lossen dit doeltreffend op. Er zijn verder geen aanwijzingen dat de boom structurele schade aan de woning veroorzaakt. Enkel onderhoudsproblemen worden aangehaald, en dat is onvoldoende om kap te verantwoorden.

De boom heeft met een omtrek van 3,60 meter. Op basis van de stamomtrek wordt de leeftijd geschat tussen de 90 en 120 jaar. De boom bezit o.a. door zijn leeftijd een aanzienlijke ecologische waarde, onder meer als habitat voor fauna en door zijn bijdrage aan luchtkwaliteit en klimaatregulatie. Het aanplanten van een jonge boom elders kan op korte en middellange termijn nooit de ecologische en esthetische waarde evenaren van deze oude kastanje.

 

Het rooien van deze boom zonder gegronde reden zou een onherstelbare aantasting betekenen van de groene leefomgeving.

 

Bijgevolg dient de aanvraag dan ook ongunstig te worden geadviseerd.

 

Resultaat openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 16 oktober 2025 tot en met 14 november 2025. Er werden 2 bezwaarschriften ontvangen.

 

Samenvatting bezwaarschriften:

Er werd tijdens het openbaar onderzoek twee bezwaarschriften ingediend. Het bezwaarschrift handelt over de volgende punten:

 

  1. Onze tuin, waarvan woning gevestigd is in Edegemsestraat, is beschermd als dorpszicht en deze boom maakt er deel van uit.
  2. Deze grote boom is onder ander gelegen langs de grote steenweg en vertegenwoordigd dus een belangrijke stof scherm tegenover onze tuin en woning.
  3. Deze boom waarvan sprake, gezien zijn omvang, vertegenwoordigd een belangrijke zuurstof aanbreng voor de onmiddellijke omgeving hetgeen dat met de klimaat perikelen dat we meemaken, een belangrijke toegevoegde waarde vertegenwoordigd voor de onmiddellijke omgeving plus het positief esthetisch aspect voor de onmiddellijke omgeving.
  4. Onze vraag is dan ook waar het verschil ligt tussen het weigeren van een kapvergunning voor onze relatief kleinere boom en de kapvergunning voor een tamme kastanje waarvan wij zien dat hij nog gezond is.

 

Beoordeling bezwaarschriften:

De punten uit de bezwaarschriften worden als volgt beoordeeld:

 

De woningen waarnaar wordt verwezen, is sinds 2019 vastgesteld als erfgoedobject en sinds 1981 aangeduid als beschermd stads- en dorpsgezicht (twee herenhuizen met omgeving). De afbakening van dit dorpsgezicht beperkt zich tot de perceelcontouren van de betrokken woningen. Bij de beoordeling van de vergunning dient evenwel ook de directe omgeving in overweging te worden genomen.

 

Aangezien de percelen aan elkaar grenzen, is er mogelijk sprake van een directe invloed op de erfgoedwaarde van de aanpalende erfgoedelementen, ongeacht het feit dat de voorliggende aanvraag zelf geen beschermd erfgoedobject betreft. Het rooien van een dergelijke volwaardige boom kan een negatieve impact hebben op het beschermde dorpsgezicht, aangezien de boom mogelijks zichtbaar is vanaf de Edegemsestraat. Het bezwaar wordt als gegrond beschouwd.

 

De bezwaarindiener verwijst naar de bomen als bescherming tegen stof afkomstig van het verkeer van de Mechelsesteenweg. Het aanplanten van groenschermen langs een steenweg vervult een belangrijke functie als stof- en geluidsbufer ten opzichte van de achtergelegen woningen. De betrokken boom is slechts een klein, doch belangrijk, onderdeel van dit scherm. Het bezwaar wordt als gegrond beschouwd.

 

De betrokken boom, gelet op zijn omvang en ouderdom, draagt bij aan de luchtkwaliteit, de vergroening en de klimaatadaptieve werking van de onmiddellijke omgeving. Deze functies worden erkend als relevante elementen binnen een duurzaam stedelijk beleid.

De ecologische en esthetische waarde van bestaande, volwassen bomen wordt in de beoordeling van de aanvraag mee in overweging genomen. Wanneer het behoud ervan mogelijk is zonder onevenredige hinder of veiligheidsrisico’s, wordt dit in principe als positief beschouwd.

In het voorliggende geval dient een evenwicht te worden gevonden tussen de erfgoedkundige context, de ruimtelijke inpassing en de gezondheidstoestand van de boom. Het bezwaar wordt als gegrond beschouwd.

 

Iedere burger heeft het recht om een omgevingsvergunning aan te vragen. Het indienen van een aanvraag geeft echter geen automatisch recht op het verkrijgen van een vergunning. Het bezwaar bevat verder geen stedenbouwkundige argumenten, daarom wordt er geen standpunt ingenomen ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van het bezwaar.

 

Conclusie gemeentelijk omgevingsambtenaar

Op basis van de bovenvermelde motivering wordt de aanvraag ongunstig geadviseerd .

 

Conclusie college van burgemeester en schepenen

Het college sluit zich aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit zich eigen.

 

BESLUIT: 

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen levert de weigering af voor het rooien van een tamme kastanje.

 

Deze beslissing stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

 

 

 

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

 

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

 

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

 

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

 

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

 

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

 

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

 

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

 

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

 

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

 

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

 

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

 

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

 

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

 

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

 

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

 

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

 

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

 

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.